Burnout in het onderwijs: Volgens de cijfers van het CBS heeft 1 op de 5 medewerkers een burnout in het onderwijs. Onderwijs scoort hiermee het hoogste van alle beroepsgroepen. Opvallend is dat een zeer jonge groep leerkrachten (de groep tussen 25-35 jaar oud) burnout raken. Ook de groep 55 tot 65 scoort hoog. De cijfers liegen er ook niet om als je kijkt naar de hoeveelheid onderwijzers die stoppen met het werken in het onderwijs binnen 5 jaar. In het voortgezet onderwijs is dit 25% en in het basisonderwijs ongeveer 12%.
Een manager moet er niet aan denken: Een verloop van 100% onder zijn medewerkers PER JAAR! Maar beste manager: Dit is wel wat er voor de klas gebeurt!
Veel mensen die niet in het onderwijs zitten, hebben een rooskleurig beeld van het beroep juf of meester. Veel vakanties en korte werkdagen zijn veel gehoorde redenen. In de werkelijkheid komt bij lesgeven veel meer kijken dan alleen het klassikale. Cijfers over het aantal leerkrachten met een burnout is schrikbarend. Dit betekent niet dat er geen oplossingen zijn.
In onderstaand artikel delen we de oorzaken van burn-out in het onderwijs, delen we tevens een organisatorisch plan om het verzuim in het onderwijs te verminderen en laten we zien hoe je als leraar stress in het geheel kunt verminderen.
De oorzaak van burnout in het onderwijs
Burnout in het onderwijs: “Het lesgeven lukt wel maar al die taken eromheen, buiten de klas, dat maakt het pas zwaar!” Dat is wat je vaak hoort uit de mond van onderwijsmensen. Het maakt niet uit of je in het primair onderwijs werkt, in het voortgezet of hoger onderwijs. Een hoog percentage van jouw collega’s zit thuis vanwege stress of een burn-out. Hoe komt dat toch?
Veelal wordt de oorzaak bij de leerkrachten gezocht. Niet vreemd, want de werkdruk voor leraren is bijzonder hoog. We treffen veel leraren tijdens onze coachingsgesprekken die, naast 5 dagen lesgeven, nog een extra dag nodig hebben om alle administratieve rompslomp te kunnen behappen.
De persoon die ervoor kiest een leraar te worden is typerend. Het zou haast interessant zijn om de PABO-leerlingen te gaan profileren om te kijken welke karaktereigenschappen bij een leraar aanwezig zijn. In de praktijk zien we zeer veel bevlogen en betrokken leraren die het heel erg goed willen doen voor zowel de school waarop ze werken, als het welbevinden van de leerlingen.
Helaas verlangt de werkelijkheid dat er veel zaken geadministreerd worden. Het gevolg hiervan mag duidelijk zijn:
- Leraren blijven zodoende niet bij hun kerntaak (het lesgeven)
- Leraren maken veel te veel uren om het werk af te krijgen
- Het niveau van onderwijs gaat achteruit (aandacht moet verdeeld worden)
Pieken tussen de vakanties
de pieken in het onderwijs – de periodes tussen de vakanties – leveren dus de werkdruk op. Een leerkracht met een volledige benoeming van 36 uur werkt in de praktijk tenminste 42.5 uur per week. Dat is volgens de CAO vastgesteld maar zelfs dat aantal uren is niet genoeg om al het werk af te krijgen. Dit betekent dus voor juf of meester een lange werkweek en vaak snakken naar het moment waarop de vakantie begint. Daar hoef je als buitenstaander niet jaloers op te zijn.
Genardus Schalk over burn-out in het onderwijs:
Oorzaak van burnout in het onderwijs
We hebben een aantal oorzaken op een rij gezet:
Niet bij je kerntaak blijven
Wat is er zo belangrijk aan die taken, cursussen en vergaderingen? Wat houd je tegen om rigoureus te snijden en je tot je kerntaak te beperken? Jij hebt als primaire taak het ontwikkelen van jonge mensen. Hoe doe je dat het beste? Wat kun je achterwege laten door fris en uitgerust voor de klas of in de collegezaal te staan?
Geen steun vragen aan collega docenten
Voel je stress en dan vooral een langere periode? Wat houd jou tegen om dat kenbaar te maken bij je collega’s en/of leidinggevende? Waar kun jij je verhaal kwijt en steun vandaan halen? Realiseer jij je dat wanneer je te lang doorgaat, afwacht en het probleem voor jezelf houdt, je in een langdurige burnout kunt belanden?
De omgeving heeft een verkeerde indruk
“Wat zeuren ze toch; ik wou dat ik zoveel vakantie had!”
“Wat zeuren ze toch; ik wou dat ik zoveel vakantie had!” Die uitspraak ken jij, maar minder bekend is dat wij als onderwijsmensen ons werk “meenemen” naar huis en dan vooral in ons hoofd. Hoe kom jij los van je werk? Jij bent intensief met je werk bezig; vergis je niet, je levert vaak topsport met je hersenen. Wat houd jou tegen om aardig te zijn voor jezelf en om te gaan bewegen in de natuur, om zo in balans te blijven?
Dienstbaar als leraar
Mijn jarenlange ervaring in het onderwijs (in allerlei functies bij uiteenlopende instellingen) maakt dat ik jouw positie als leerkracht goed begrijp. Er wordt veel van je verwacht als juf, meester of docent. Je staat in de schijnwerpers en je moet het beste uit de leerlingen/studenten halen en….. vooral dienstbaar zijn. “Nee” zeggen is moeilijk.
“Ik ben er voor mijn leerlingen / studenten”, dat is de kern. Het voorbereiden van lessen en correctiewerk zijn onderdeel van je lestaak. Dat is logisch, maar onderwijsmensen besteden relatief veel tijd aan zogenaamde niet-les gebonden taken en aan vergaderen.
Passie in het onderwijs
Het lesgeven is de kerntaak en daarvoor zijn juffen, meesters en docenten opgeleid. Daar ligt hun passie en expertise, dat is hun job. Onlangs behandelde ik een leerkracht met een lichte burnout. Zij sloeg de spijker op zijn kop: “In de klas, met mijn leerlingen voel ik mij als een vis in het water; daarbuiten probeer ik om niet te verzuipen in alle taken die er op mij afkomen”.
Hoge werkdruk van leraren en leraressen
Leraren hebben te maken gekregen met een hogere werkdruk. Zo’n 40% van de leraren geeft een cijfer 8, als ze hun eigen werkdruk omschrijven. Een 7 wordt gegeven door 20% van de ondervraagden in een onderzoek naar werkdruk bij leerkrachten.
Je zou zeggen dat het aantal uren dat een juf, meester of docent voor de klas staat niet buiten proporties is: dat ligt meestal beneden de 30 en daarin ligt niet het probleem als het gaat om werkbelasting. De uren bestemd om voor te bereiden en te corrigeren zijn meestal te overzien en zijn onderdeel van de lestaak. Nee, juist de werkuren buiten de lessen om zijn lastig te hanteren. Voor de bekende 10-minutengepsrekken, de oudergesprekken, teamvergaderingen, studiedagen, avondvergaderingen, etc. moet je privé vaak passen en meten. In het onderwijs werken veel vrouwen en (dus) veel parttimers. Het is een hele opgave om naast je werk in het onderwijs een gezin te runnen. De privé agenda vraagt ook aandacht en als er thuis geen rust is.
’s Avonds en in het weekend aan de gang
De werktijden in het onderwijs liggen niet alleen op “jouw” werkdagen, maar zijn versnipperd over avonden en soms over dagen dat jij zelf niet voor de klas staat (niet-lesgebonden uren). Op die momenten moet je wel “opdraven”. De administratieve werklast komt daar nog bij. Er bestaat geen eindtijd voor een werkdag; de werktijden moet jij zelf in de hand houden en dat is lastig. Niet voor niets ligt het percentage burn-out-gevallen in het onderwijs erg hoog.
Te uitgebreid takenpakket
Hun takenpakket is te uitgebreid. Leraren moeten bijvoorbeeld uitgebreide handelingsplannen schrijven voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Bovendien wordt er van leraren steeds meer verschillende activiteiten verwacht (ook buitenschools)
Grotere klassen & passend onderwijs
Op veel scholen zijn de klassen groter geworden. Bij 1 op de 6 klassen zitten er 30 of meer kinderen in een klas. Ook zijn er veel combinatieklassen. Hierbij wordt er meer inspanning van de leraar verwacht.
Veeleisende ouders
Ouders zijn veeleisender geworden naar de leerkrachten toe. Er is veel meer een ‘wij vragen, u draait’-mentaliteit ontstaan. Van leraren wordt verwacht om aan de eisen van de ouders te voldoen
Opvoedende rol
Ouders hebben het steeds drukker. De opvoedende rol ligt zodoende steeds meer bij een leerkracht, terwijl dit hun taak niet is. Leraren voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van ‘hun’ kinderen
Gedragsproblemen in de klas
Het is een contactberoep. Leraren hebben een intensief contact met leerlingen. Zeker in een klas waarin er gedragsproblemen zijn bij leerlingen zal het stressniveau hoger zijn.
Lage financiële beloning/ lage kans op promotie
Daarnaast is de financiële beloning laag. Voor leraren bestaat weinig kans op promotie. Je staat gewoon voor de klas, jarenlang.
Emotionele belasting
Het is emotionele arbeid. Als leerkracht kan je geïrriteerd raken. Maar ook boosheid of vermoeidheid spelen een rol. Doen alsof je positief en enthousiast bent kost zeer veel inspanning
Controle is hoog
Hoge eisen vanuit Inspectie, bestuurders en leidinggevenden
Dieperliggende oorzaak van burnout
De juf, meester of docent weet welke ingrediënten er nodig zijn om in het onderwijs succesvol te werken en geliefd te zijn bij leerlingen, studenten, collega’s en bij leidinggevenden: een dienstbare houding, veel toewijding en hard en lang werken. Als je daarbij ook nog een perfectionistische instelling hebt, dan is het beeld compleet. Vervolgens gooi je al die ingrediënten in een trechter en dan is het logisch dat wat er onderuit tevoorschijn komt de juiste mix is voor een burn-out.
De belangrijkste oorzaak van een burnout is een gebrek aan autonomie. Deze autonomie betekent dat je aan het roer staat van je eigen leven. Dat je dingen wilt, in plaats van moet. Het verschil tussen willen en moeten is dat je de keuze hebt om iets niet te doen.
Bovendien kan dit hele feest ieder jaar opnieuw beginnen als de klas doorschuift naar een jaar hoger. Ga er maar eens aanstaan beste manager in een andere branche: een verloop van 100% per jaar onder de personeelsleden! Er wordt dus te veel van leraren verwacht, gecombineerd met een hoge mate van betrokkenheid en bevlogenheid van de leerkrachten zelf.
De grote vraag is: als dit nou de realiteit is, is dan de huidige aanpak om burnouts te voorkomen in het onderwijs voldoende?
Veelal beperkt deze aanpak zich tot:
- Het reactief oplossen van een burnout door middel van coaching/ begeleiding
- Het aanleren van vaardigheden om de werkdruk te kunnen ‘handelen’
Lees ook: dieperliggende oorzaken van burnout
Wat kunnen scholen zelf doen aan het aantal burnoutgevallen? (organisatorisch)
Wat kunnen schoolbesturen/ directies doen aan het aantal burnoutgevallen? Het belang van meer autonomie in het onderwijs is groot. De kans is groot dat de werkdruk daalt wanneer de autonomie stijgt. Leraren krijgen meer grip op hun werk en moeten verhuist naar willen.
Het vergroten van de autonomie begint met het creëren van een startpunt, een basis om vanuit te vertrekken. Voor leraren zelf betekent dit: wie ben ik? wat kan ik?
Voor scholen betekent dit hetzelfde, maar juist hier ontstaat vaak veel ruis.
In ons kleine kikkerlandje zijn er tig soorten onderwijs:
- Montessorischolen
- Jenaplanscholen
- Daltonscholen
- Vrijescholen
- Freinetscholen
- Nutsscholen
- Vensterscholen
- Steve Jobscholen
Ook zijn er scholen / schoolvormen voor kinderen die extra aandacht nodig hebben:
- Laagbegaafden
- Hoogebegaafd
- Kinderen met een visuele beperking (cluster 1 onderwijs)
- Kinderen die langdurig ziek zijn
- Scholen voor kinderen met een lichamelijke beperking
- Gericht op kinderen met beperkt gehoor en communicatieproblemen (cluster 2 onderwijs)
- Gedragsproblemen (cluster 4 onderwijs)
Passend onderwijs
Ooit (ca 1990- 2000) was de behoefte groot om passend onderwijs te bieden voor ieder kind. Een prachtige gedachte die heden ten dage compleet aan het doorslaan is. Door de kennis en kunde op de gebieden van dyslexie, Add, adhd, hoogbegaafdheid, autisme, etc is het niet langer mogelijk om ieder kind de aandacht te geven die het nodig heeft. Zeker niet wanneer dit ook nog volledig gedocumenteerd moet worden.
Het specialiseren in een bepaalde richting is derhalve steeds belangrijker. Zo ben je als school in staat om toch passend onderwijs te kunnen bieden aan een groep die gemeenschappelijke noodzaken kent, zonder daarbij het overzicht te verliezen tussen alle wensen en verlangens van ouders en kinderen
Gebrek aan autonomie in het onderwijs
Een gebrek aan autonomie in het onderwijs ontstaat doordat het niet duidelijk is waar een school voor staat. Het verschil tussen (iedere) de onderwijsrichtingen is voor de normale mens niet duidelijk. We omschreven hierboven al dat een gebrek aan autonomie de diepere oorzaak van burn-out is. Een omgeving die op zich zelf staand al niet autonoom is, draagt hier zeker niet aan bij.
Het wezenlijke verschil in resultaat voor een kind tussen een jenaplan of montessorischool is voor veel ouders (en leraren?) niet duidelijk,
Het gevolg hiervan?
- Onduidelijkheid naar de ouders toe
- Leraren weten niet waar ze aan toe zijn
- Geen richting aan het onderwijsbeleid
- Leraren weten niet wat ze wel, of juist niet moeten doen
Lees meer over autonoom leven
Autonomie in het onderwijs vergroten
Beter zou het zijn wanneer een school een duidelijke richting kiest, zich verdiept in een bepaalde richting en zich hier ook aan houdt. Of: Wanneer een school een duidelijke keus maakt voor een specifieke onderwijsvorm, dan maakt dat het voor zowel leraren, ouders als leerlingen heel duidelijk waar de focus ligt. Leraren weten waar ze aan toe zijn, ouders weten wat ze kunnen verwachten.
Ouders kiezen bewust voor een bepaalde richting of stroming en weten dus wat ze mogen verwachten en wat ze niet kunnen verwachten. Belangrijk omdat een disbalans tussen verwachting en beleving stress oplevert bij zowel de ouders als de leerkracht.
Autonomie in de praktijk (De vrije school)
Je bent directeur van een vrije school. Grondlegger van de vrije school, Rudolf Steiner had het volgende als voornemen met de vrije school:
De vrijeschool gaat uit van wat volgens Steiner de intrinsieke ontwikkeling is van het kind. Er is, aldus Steiner, een diep van binnenuit komende “zielekracht” die het kind zijn of haar eigen en unieke ontwikkeling doet doormaken. Het onderwijs dient hierbij stimulerend en ondersteunend te zijn. Een belangrijk element bij deze ontwikkeling vormt de ziel. Deze van oorsprong uit de geestelijke wereld stammende kern van het mens-zijn is de drijvende kracht achter de persoonlijke, individuele, gefaseerde ontwikkeling (7-jaarscycli). De ziel is op aarde gekomen, volgens Steiner, om “lessen te leren”. (Wikipedia)
Als autonoom onderwijsaanbieder, omarm je deze manier van werken/ gedachtegoed. Je staat zo bekend als school en ouders kiezen bewust voor deze manier van onderwijs. Van ver weg komen ouders omdat ze deze manier van onderwijs omarmen.
Wanneer echter een school zelf kiest voor wijzigingen in het lesaanbod dat afwijkt van de opvattingen van de vrijeschool, ontstaat er ruis. Ouders beginnen vragen te stellen, kritiek te leveren en leerkrachten weten niet meer waar ze aan toe zijn.
De voordelen van het kiezen voor een richting
Door geen totaalaanbieder te willen zijn van ieder soort onderwijs, ontstaat er een groot aantal voordelen dat ertoe gaat leiden dat leraren minder stress ervaren: of: Door een keus te maken voor een specifiek onderwijsconcept, ligt de focus op een zelf gekozen onderwijsvorm en wordt voorkomen dat het onderwijs alle richtingen opgaat. Op die manier wordt stress bij leraren voorkomen.
Door te kiezen voor een bepaalde richting:
- Kunnen leraren zich verdiepen in het specifieke onderwijsconcept. Ze houden tijd over doordat ze niet alles meer hoeven te zijn en kunnen zich identificeren met het aanbod. Of: Leraren hoeven geen tijd en energie te steken in het beantwoorden van de vraag “waar staan wij voor?” Het onderwijs wordt kwalitatief beter ( zou ik weglaten, want dat is maar zeer de vraag.
- Administratie beperken tot de kerntaak, namelijk de opbrengsten van leerlingen in beeld houden.
- Ouders weten wat ze wel en niet van de leraar/ school mogen verwachten
- Directieleden/ bestuursleden weten waar ze hun leerkrachten op aan kunnen spreken/ af kunnen rekenen
- Door de versobering van het aanbod, kan er eenvoudiger worden ingespeeld op de technologische ontwikkelingen en kunnen leraren dit beter bijhouden
Het totaal van het aanbod smeekt dus om versmalling, verdieping en specialisatie waarbij leraren zich kunnen verdiepen, excelleren en toespitsen op een bepaalde manier van lesgeven.
Werken vanuit kernwaarden
Het kiezen van een bepaalde richting als scholengemeenschap, vraagt om het werken vanuit bepaalde kernwaarden, of dit nou eigen kernwaarden zijn, of die van een bepaalde stroming.
Deze kernwaarden beantwoorden vragen als:
- Waar staan wij als school voor?
- Wat stralen wij uit naar ouders en kinderen?
- Aan welke vereisten moeten onze leraren voldoen?
- Op welk vlak onderscheiden we ons als scholengemeenschap
Als leerkracht / docent heb je naast je lesgevende rol – en alles wat daarbij komt kijken – onder andere mee mogen denken over de visie en de identiteit van de onderwijsinstelling / school; als het goed is gegaan tenminste. Elke school of onderwijsinstelling hanteert een bepaalde visie die gebaseerd is op kernwaarden. Die kernwaarden zijn de verbindingslijnen tussen datgene dat mensen denken en waarvan ze overtuigd zijn, althans dat is een ideale situatie.
Het is nog mooier als iedereen, zelfs de ouders en de kinderen, die kernwaarden kennen en “onderschrijven”. Waarom hangen ze niet bij de voordeur maar liggen ze meestal in een la of staan ze keurig in de kast van de directeur? Hoe dan ook, als iedereen weet wat de verbindende factor is, dan geeft dat rust en duidelijkheid. Dat is op zijn beurt een factor bij het voorkomen van stress en burn-out.
Een kernwaarde die je nauwelijks terugvindt bij onderwijsinstellingen:
Mentale gezondheid voor alle medewerkers
Gebruiken van kernwaarden in het onderwijs
De kernwaarden die je vaak terugvindt zijn de volgende:
- “Ons onderwijs is erop gericht om de talenten van leerlingen te ontwikkelen”,
- “Alle leerlingen zijn gelijkwaardig”
- “Veiligheid en vertrouwen zijn de basis van onze instelling”
Waarom wordt de kernwaarde “mentale gezondheid voor alle medewerkers” niet of nauwelijks benoemd in onderwijsland, terwijl er juist zo’n groot probleem bestaat? Als “mentale gezondheid” een kernwaarde is, die uitgedragen wordt door alle betrokkenen en zichtbaar is voor iedereen, dan gaat dit betekenis krijgen. De schoolleider, de manager en de bestuurder hebben een grote verantwoordelijkheid als het gaat om het uitbannen van burn-out in de onderwijs branche en zorgen dat de volledige betekenis van burn-out en de gevolgen bekend zijn. Zij moeten zonder haperen het voortouw nemen om een immens probleem aan te pakken.
Buitenlandse schoolinstellingen
Een burn-out kun je niet voorkomen door onderwijsmensen meer salaris te bieden, ook al is de roep om een fikse salarisverhoging in het Primair Onderwijs terecht. Als leerkracht of docent word je echt niet beter in je vak vanwege een beter salaris. In Luxemburg verdienen onderwijzers een flink salaris, in veel gevallen het dubbele van dat in Nederland. Mooi voor de mensen daar, maar het effect is dat onderwijzers en docenten blijven zitten op hun werkplek want dan zit je goed. Van vernieuwing en doorstroming is nauwelijks sprake. Op de wereldranglijst – PISA staat Nederland op plaats 17 en Luxemburg scoort niet hoger dan een 33e plaats.
Wat helpt wel tegen stress en burn-out in Luxemburg? Klassen met maximaal 16 leerlingen en in de onderbouw zelfs hooguit 9 leerlingen. Bovendien draai je als leerkracht maximaal 23 lesuren en de overige uren zijn voor voorbereiding en oudercontacten. Je hebt dus alle tijd om je werk goed te doen en dus kun je stress en burn-out voorkomen.
Pisa-lijst
In Finland vind je het beste onderwijs: op de PISA-lijst staan Finse leerlingen op plaats 5 van de wereldrangorde. Studenten staan in de rij om een lerarenopleiding te mogen doen. Slechts een op de tien wordt toegelaten op de academische opleidingen. Alleen als je de allerbeste bent, mag je voor de klas. Als leerkracht sta je veel minder uren voor de klas dan in Nederland; de kwaliteit van de educatie is belangrijk en niet de kwantiteit. Er wordt vrijwel niet getoetst en de Inspectie van het Onderwijs laat zich vrijwel nooit zien.
Scholen wordt steekproefsgewijs bezocht en krijgen alle vertrouwen om hun onderwijs zelf in te richten. Leerkrachten en docenten hebben veel vrijheid om te experimenteren en krijgen de ruimte om volgens hun eigen inzichten te voldoen aan nationale evaluaties. Die ruimte en tijd, in combinatie met weinig druk van boven, zorgt voor een gezonde werksfeer. Het aantal gevallen van burn-out in Finland is bijzonder laag.
Burnoutpreventie in het onderwijs
Wij zijn geen Luxemburg en geen Finland en we moeten ook niet de illusie hebben dat we dat worden. Leren van je buren kan uiteraard wel. Overheid, bestuurders en schoolleiders moeten werk maken van een gezond werkklimaat voor de mensen die het werk doen in de klas. De kernwaarden, de visie, de identiteit of hoe je het ook noemt, kun je niet loskoppelen van de gezondheid en het welbevinden van de mensen voor de klas. Zij maken het onderwijs maar ze worden zelf afgebroken: dat is wrang voor een te grote groep mensen. Die zijn juist goud waard en zij hebben dus het recht op alle steun en facilitering om zelf gezond te blijven. Het terugdringen van het grote aantal burn-out gevallen gaat absoluut niet vanzelf.
Als je als overheid, bestuurder of als leidinggevende actief investeert in het terugdringen van werkdruk en burn-out en dus in het bouwen van een gezond klimaat, dan heb je de juiste kernwaarde te pakken. Wie heeft het lef om de eerste rigoureuze stap te zetten?
Lees ook: burnoutpreventie
Preventieve aanpak burn-out en stress onderwijs
De preventie van burnout en stress in het onderwijs ligt met name bij het schoolbestuur, directieleden en eventueel de overheid. De vraag die dan nog overblijft is: wat kunnen leraren zelf doen aan de preventie van burnout in het onderwijs?
Hieronder delen we een aantal tips waardoor leraren zelf hun werkstress kunnen verminderen:
Tips om stress en burnout in het onderwijs te voorkomen
De tijd bewaken
Als je op tijd thuis wilt zijn, maar tijdens de lesuren je wilt focussen op de leerlingen, is het een goed idee de schooldag vroeg te beginnen. Vaak kun je een hoop werk doen voordat de kinderen komen. Daardoor heb je een meer voldaan gevoel over de dag. Een voldaan gevoel zorgt voor minder stress
Goed plannen
Een goede planning geeft structuur en houvast. Maak geen lange lijstjes, maar hou ze kort en behapbaar zodat je zeker weet dat je ze klaar krijgt.
Werken op een normaal tempo
Werk op een normaal tempo. Zodra je de dingen ‘nog even snel’ wil doen, zal je merken dat je meer fouten maakt. Het haasten geeft ook extra stress en onrust.
Werk goed bijhouden
Houd je werk goed bij. Reserveer tijd als je oudergesprekken hebt gehad om dezelfde dag nog de verslagen bij te werken. Een vast regeltje: doe dingen direct. De kleinere dingen zoals absentie houd je direct bij. Zo vergeet je het niet en dit voorkomt weer stress.
Tijd reserveren voor leerlingen en ouders
Wees er voor de leerlingen en ouders. Het investeren in tijd in de leerlingen en ouders, met name in aan het begin van het jaar, zal je uiteindelijk meer opleveren. Misschien treuzelt een leerling wel met de klassendienst omdat hij of zij jou graag nog alleen wil spreken.
E-mailbeheer
E-mail. Maak een e-mailgroep aan voor alle ouders. Op die manier hoef je maar 1 e-mail te maken. Bewaar vaste templates. Een herinneringsmail hoef je dan bijvoorbeeld maar 1 keer te schrijven.
Kinderen laten nakijken
Laat kinderen nakijken. In de bovenbouw is het goed voor het leerproces en bewustwording van eigen fouten te vergroten door de leerlingen elkaars werk na te laten kijken. Niet alle toetsen zullen wellicht geschikt zijn. Je kunt ook een opdracht met de hele klas tegelijkertijd nakijken. Zoek naar de mogelijkheden voor verlichting in het werk.
Niet verantwoordelijk voor het welzijn van kinderen
Bedenk dat je als leraar niet verantwoordelijk bent voor het welzijn van de kinderen. Je hebt en biedt de mogelijkheid om ze iets te leren. En daar houdt je verantwoordelijkheid op
Weekenden vrijhouden
Weekenden hou je vrij. Ook als het niet kan: de weekenden zijn bedoeld om je weer op te laden!
Denken om jezelf
Beweeg voldoende: De deur uit, de natuur in, hardloop of wandelschoenen aan en bewegen! Bewegen zorgt voor de afname van cortisol (het stresshormoon)
Lees ook: Sporten tegen stress
Gezonde voeding
Eet gezond, en neem voldoende nachtrust. Om van je nachtrust te genieten moet je je dag afbouwen. Dat houdt in dat je 2 uur voor het slapen gaan niks meer doet aan je werk.
Heldere afspraken maken
In elk team worden afspraken gemaakt over de taakverdeling en de planning van activiteiten. Dat is geen garantie dat alles volgens plan verloopt.
In een goed team wordt niet alleen gekeken naar de afspraken en de planning, maar wordt naar elkaar gekeken en de vraag gesteld: ”Hoe zitten wij erbij?”. In een professioneel team is er ruimte om stress te herkennen en om concrete plannen te maken om dat te voorkomen. Onderwijspersoneel is bijzonder dienstbaar en kan moeilijk “nee” zeggen. Maar toch: een professioneel team maakt een lijst met activiteiten die gedelegeerd kan worden aan ouders, leerlingen of een bestuur. De kerntaak – goed onderwijs verzorgen en optimale aandacht bieden aan leerlingen – vraagt de focus van alle medewerkers en geeft duidelijkheid. Als je dat ook aan ouders kenbaar maakt, zal je zien dat zij daar begrip voor hebben en waarderen. Jouw aandacht voor hun kind vinden ze het allerbelangrijkste.
Tot de zomervakantie staan er veel zaken op de rol die jullie aandacht vragen. Voor jullie als leerkrachten, docenten en leidinggevenden ligt stress op de loer. Voorkom dat door je gevoel te laten spreken naar je collega’s en geef aan als het jou teveel wordt. Samen “strepen zetten” maakt je als team krachtig en geeft rust.
Een solidair team voorkomt stress!
Hulp bij stress en een burn-out
Het verminderen van stress en het herstellen van een burn-out is geen sinecure. Heb je ondersteuning nodig, dan kan je op onze hulp rekenen. Onze coaches zijn allemaal gespecialiseerd in jouw problematiek. Door hun jarenlange ervaring kunnen ze samen met jou werken aan jouw herstel. Van het resultaat van onze 1-op-1 coaching heb jij je leven lang plezier!
Bekijk ons aanbod voor:
Heb je dit artikel al gelezen?
Op onze website vind je talloze artikelen die je op weg helpen.
Wat een nare vraag + een naar antwoord in de video: ‘kun je iemand herkennen als burn-out kandidaat? Wat suggereert dat? Je ziet het aan bevlogenheid, perfectionisme, dienstbaarheid – de eigenschappen die genoemd werden bij kenmerken van een persoon met burn-out? En dan het antwoord: je kunt zien of iemand een beetje labiel is (bij de sollicitatie). Eh… burn-out en jaren eerder bij de sollicitatie al labiel? Voelt niet goed dit.
Dag Diana,
We zien in de praktijk dat bedrijven/ scholen heel graag de meest gemotiveerde en gepassioneerde werknemers willen. Het profiel van een ‘high potential’ komt vaak overeen met de personen die ook een burn-out krijgen.
Kun je/ moet je daar als bedrijf op inspelen bij het aannemen van mensen? Ik denk van wel! Niet zozeer in het wel of niet aannemen, maar juist wel in het faciliteren van een juiste werkomgeving!
Daarnaast zien we in de praktijk ook dat mensen die al op het randje van burn-out zitten, op zoek gaan naar een andere baan, in de hoop daar meer rust te vinden. Dit werkt vaak niet, en is met goed opletten tijdens het sollicitatiegesprek te herkennen.
Beste Ruud,
Ik heb je artikel met veel interesse gelezen. Mooie invalshoeken heb je ook, die van het kiezen/schoolconcept. De opmerking van Diane over het filmpje onderschrijf ik. Het doet afbreuk aan de visie in het artikel hierboven. In je antwoord nuanceer je tussen een burn-out kandidaat (hoog vlieger) en iemand die al (of bijna) in een burn-out zit. Tja, bij een burn-out hoort labiliteit, maar (juist) niet bij een (mogelijke) burn-out kandidaat.
PS Er staat ergens in de tekst een feedback note (“( zou ik weglaten, want dat is maar zeer de vraag.”). Dat lijkt me niet de bedoeling
“minder bekend is dat wij als onderwijsmensen ons werk “meenemen” naar huis en dan vooral in ons hoofd.” Denkt u nu serieus dat alleen onderwijsmensen hun werk mee naar huis nemen? Uit dit soort opmerkingen maak ik echt op dat onderwijsmensen geen idee hebben hoe het is om buiten het onderwijs te werken. Heel veel mensen nemen hun werk mee naar huis, in hun hoofd en op papier. Thuis nog even een raport doorlezen, e-mail checken, vergadering voorbereiden. Op de bank of in bed nog nadenken over oplossingen. Heel veel mensen doen dit. Niet heel veel mensen hebben 10,5 weken vakantie.
Beste rena,
Nee, er is echt een heel groot verschil tussen het meenemen van kantoorwerk en het meenemen van schoolwerk naar huis. Een rapport doorlezen of een email afhandelen is iets anders dan het naijlen van kinderstemmen en allerlei interacties van de dag die ’s avonds en ’s nachts nog eens ongewild de revue passeren. Je kunt je hoofd nu eenmaal niet hiervoor uitzetten. Ik kan het weten want ik heb 20 jaar in het bedrijfsleven gewerkt en 5 jaar geleden de overstap naar het basisonderwijs gemaakt.
Ik werk nu 15 jaar in het onderwijs en heb zelf ook een (relatief korte) burnout gehad. Ja, het klopt dat al die extra taken voor meer werkdruk zorgen, maar ik vind dat juist het aspect ‘contactberoep’ te weinig belicht wordt. De grote klassen en gedragsproblemen worden wel genoemd hier, maar meer als bijzaak. Dat klopt mijns inziens niet. Juist het feit dat je de hele tijd ‘aan’ staat, met zoveel rollen tegelijk (instructeur, politieagent, psycholoog om er een paar te noemen) maakt het beroep zo vermoeiend. Het is een sportwedstrijd, maar dan de hele dag; een theatervoorstelling, maar dan de hele dag; een agent tijdens een rel, maar dan de hele dag. En na die hele dag moet je dan nog hele grote stapels huiswerk nakijken, vaak tot laat in de avond, want de klassen zijn zo groot. Dat is op den duur slopend. Zo’n vergaderingetje is dan eigenlijk een rustmoment. Kleinere klassen en meer contact met de leerlingen, dat zet pas zoden aan de dijk.
Mooie aanvulling, bedankt daarvoor
Uiteraard beleeft iedereen de werkdruk en de oorzaak hiervan anders 😉
Hallo Ruud en andere lezers,
Naast de vele zaken die al genoemd zijn zou ik graag willen aanvullen met het gegeven dat scholen het presteren om de vakanties van docenten te claimen door vlak voor de vakantie een toetsweek te organiseren en de dag na de vakantie de deadline voor de cijfers te plannen. In mijn geval betekent dat 8 klassen met gemiddeld 25 leerlingen nakijken in 2 weken vakantie.
Dikke streep onder bovenstaand! Zo voel ik t ook.
Volledig akkoord. De grote klasgroepen (tot 30 pubers van 15 jaar!) en gedragsproblemen maken het bijzonder moeilijk en stresserend om voor de klas te staan. Dit wordt mijns inziens overal te weinig aangehaald. Leerlingen van nu zijn anders dan toen wij op de schoolbanken zaten. En wat betreft veel aspecten is dit een positieve evolutie. Toch wil ik erop wijzen dat kinderen niet zomaar meer aanvaarden dat de leraar bepaalde regels oplegt. De regels over GSM-gebruik vb. worden gewoon genegeerd (jawel, ze komen bellend de klas in), geef je een opmerking dan krijg je meteen een antwoord terug. Sommige leerlingen hebben geen de minste respect meer voor de leraar. Ook dit is iets wat jou als leerkracht doet kraken. Ik heb vaak het gevoel dat kinderen niet meer opgevoed worden rond respect en beleefdheid. Alles kan en mag. Een leraar is psycholoog, coach, studiebegeleider, seksuoloog (zelfs een dag rond seksuele vorming moeten wij zelf organiseren voor 15-16jarigen), opvoeder en in laatste instantie echt leraar.
Ik ben buitenlander met een peuter die begint straks op basisschool in Nederland. Ik heb vaak gehoord over burnout in het onderwijs in Nederland maar was verbaasd te horen dat in groep 1/2 de klassen hebben twee juffen die werken op verschillende dagen, 2 part-timers dus, en ook te horen dat woensdag en vrijdag middag de kinderen zijn vrij.
Hoi Peter,
Ik denk dat het probleem bij veel onderwijsmensen niet zit in het lesgeven zelf, maar juist in alle randzaken eromheen.
Dag,
Ik zou graag willen weten uit welk rapport van het CBS de eerste cijfers komen.
“De cijfers liegen er ook niet om als je kijkt naar de hoeveelheid onderwijzers die stoppen met het werken in het onderwijs binnen 5 jaar. In het voortgezet onderwijs is dit 25% en in het basisonderwijs ongeveer 12%.”
Alvast bedankt!